Het automerk Trabant begint steeds meer uit de straten van de Duitse hoofdstad Berlijn te verdwijnen. De Trabantjes bepaalden vroeger het straatbeeld van het toenmalige Oost-Berlijn. De Oost-Duitsers waren blij met hun bezit op vier wielen dat ook in het vroegere Oost-Duitsland geproduceerd werd. Na de val van de muur in 1989 en de Duitse eenwording een jaar later is er een hoop veranderd in Berlijn. De Trabantjes hebben plaatsgemaakt voor auto’s die afkomstig zijn uit het Verre Oosten en landen die geografisch bij West-Europa horen. De rijkere Duitsers zie je vooral rondrijden in dure auto’s van BMW, Audi, Mercedes-Benz en Porsche.
De Trabants die je nog wel rond ziet rijden behoren vrijwel allemaal tot de Trabi Safari. Je kunt ze overdag in allerlei opvallende kleuren rond zien rijden, zoals roze, limoen en legerkleuren. Als je ze ziet is het daarom bijna altijd in een stoet, wat voor toeristen een populair fotomoment betekent. Vooral als ze door de mooie straat Under Den Linden rijden kun je soms prachtige plaatjes schieten. Particuliere Trabants lijken steeds verder uit te sterven, vooral omdat het erg duur is om een Trabant te verzekeren. De verzekering van een Trabant kost je ongeveer drie keer zoveel als een vergelijkbare moderne auto. In Nederland is er een speciale Trabant-club opgericht door liefhebbers van dit automerk.
Recente reacties